Op het moment van schrijven van deze blog geniet ik van een uitzicht op een mooie tropische tuin met een fonkelend blauw zwembad, strak blauwe lucht met stralende zon, het gezang van de meest bijzondere vogels op de achtergrond én mijn betere helft naast me. We genieten van een paar dagen weg bij een B&B, cadeau gedaan door vriendinnen.
Het regenseizoen is inmiddels een paar weken achter ons en de luchtvochtigheid is daarmee ook gedaald waardoor de gevoelstemperatuur weer op het normale niveau komt van 30-35 graden in plaats van ruim boven de 40. Ik ben blij dat ik na al die hete maanden eindelijk weer wat meer energie heb. Door alles wat er de afgelopen tijd gebeurd is waren we wel aan wat rust toe. Thuis is het lastig om die rust te krijgen omdat ons huis een zoete inval is. Best leuk hoor maar toch ook nog steeds wel wennen voor mij als Nederlander om op elk moment bezoek en (veel) logés te krijgen. Met Arnest gaat het redelijk goed, waar we erg dankbaar voor zijn. Hij heeft nog pijn maar het is houdbaar. Lokale medicatie (boomschors van een specifieke boom, opgelost in water) geeft wat verlichting van de klachten voor nu. Volgende week donderdag 10 december hoopt Arnest eindelijk de colonscopie te krijgen. We hopen dat duidelijk zal worden wat de oorzaak van de klachten is, zodat er wellicht wat aan gedaan kan worden. Alles in het besef dat er maar één Heelmeester is.
Bijbelschool
Zoals ik in een eerdere blog al eens genoemd heb, volgen we met een aantal jongeren van de gemeente een bijbelschool. Vanwege corona heeft het, nadat het een tijdje online geprobeerd werd, een paar maanden stil gelegen maar sinds een aantal weken kunnen we weer elke zaterdag naar school. Vóór corona hebben we de studie over de Romeinenbrief afgerond. Deze weken zijn we bezig met ‘dispensaties’. Het is heel belangrijk om, als we de Bijbel bestuderen, te weten hoe we bijvoorbeeld verbonden, gebeurtenissen etc. moeten plaatsen. Wat in veel kerken in Gambia namelijk gebeurt is dat de dispensatie van de wet vermengd wordt met de dispensatie van de genade wat ervoor zorgt dat veel kerken zich vaak nog vasthouden aan wetten en regels uit het Oude Testament. Tijdens dit onderdeel van de studie leren we de verschillende tijden (economieën / dispensaties) juist te vertalen naar nu. Erg leerzaam!
Kinderbijbelclub in de BACM
Het maakt ons blij dat we op zondag veel kinderen in de kerkdienst zien. Regelmatig is het aantal kinderen in de kerk ruim hoger dan het aantal volwassenen. En bijna al deze kinderen komen zonder hun ouders. Oudere broers en zussen komen met hun jonge broertjes en zusjes hand in hand naar de kerkdienst. Als we naar hun ouders vragen krijgen we als antwoord dat die niet naar de kerk gaan (omdat ze moslim zijn) of naar een andere kerk gaan. De kinderen gaan liever bij ons naar de kerk en de ouders vinden dat blijkbaar prima. Vanuit Nederlands perspectief zou ik de kinderen manen hun ouders te volgen naar de kerk maar hier in Gambia ligt dat anders. Laat je ze hun ouders volgen naar een niet-bijbelgetrouwe kerk of bidden we liever dat deze kinderen uiteindelijk ook gebruikt mogen worden om hun ouders naar een bijbelgetrouwe kerk te leiden?
Vanwege het grote aantal kinderen in de kerk leek het ons goed om met een kinderbijbelclub te starten. De preken zijn meestal wat lastig te volgen voor ze en door de kinderbijbelclub hopen we ze betrokken te kunnen houden bij de kerk. Overigens is de club niet alleen voor kinderen uit de gemeente maar ook voor andere (moslim)kinderen. We hopen en bidden dat de kinderen geraakt zullen worden door het Evangelie en dat ze dit ook mogen meenemen naar hun familie, vrienden, buren… Tijdens de club gebruiken we de kinderboekjes van het GBS. We zijn begonnen met ‘de schepping’ en zullen binnenkort vervolgen met ‘Adam en Eva’. Tijdens de club leren we kinderen ook een lied aan met dans / beweging die ze vervolgens op zondag tijdens de kerkdienst moeten opvoeren. Op die manier raken de kinderen meer betrokken bij de zondagse dienst en ook sommige moslim-kinderen komen op deze manier in de kerk want het is natuurlijk wel leuk om het lied wat je met z’n allen hebt ingestudeerd ook samen uit te kunnen voeren tijdens de kerkdienst. Ook ouders vinden het leuk om naar het ‘optreden’ van hun kind te komen kijken. Zo heeft de kinderbijbelclub een brede evangelisatie-functie. De naam van de bijbelclub is ‘Immanuel’; wat ‘God met ons’ betekent. Ons gebed is dat God daadwerkelijk met al deze kinderen zal zijn.
Offeren aan afgoden
Al langere tijd twijfel ik of ik een bepaald voorval zal delen hier op de blog. Omdat het voor wat verwarring kan zorgen als u de Afrikaanse context niet goed begrijpt. Maar dit verhaal laat heel duidelijk de kracht en almacht van God zien en daarom wil ik het graag delen, tot eer van God.
Zoals u wellicht weet opereert satan op verschillende manieren, rekening houdend met de omgeving en context waar hij zich bevindt. In het westen op een andere manier (vaak slinks, onzichtbaar) dan in Afrika (meer openlijk en zichtbaar). Als u dit in het achterhoofd houdt durf ik het volgende voorval wel met u te delen.
In Afrika, meer specifiek; in Gambia, nog specifieker; in Arnest z’n familie wordt er nog veel aan afgodendienst gedaan. Mensen die zich christen of moslim noemen houden er in hun familie vaak ook een afgod op na. In Arnest z’n familie zijn de afgoden (het zijn er meerdere) een hoopje stenen, wat hout en wat botten van eerder geofferde dieren. Iedereen kan op elk gewild moment naar zo’n afgod om wat te offeren (alcohol of een dier) maar één keer in de paar jaar wordt er een grote familiebijeenkomst georganiseerd naar één speciale afgod. Tijdens zo’n ritueel, dat een paar dagen duurt, wordt er veel gegeten en gedronken én.. gaat er altijd één persoon minder mee naar huis. U begrijpt het misschien al.. er wordt een mens geofferd. Te afschuwelijk voor woorden. Ik dacht dat dit alleen ‘vroeger’ in Afrika gebeurde maar het gebeurt dus nog steeds. Er wordt trouwens niet openlijk gezegd dat er iemand geofferd wordt, want daarmee zou je de afgod boos maken en zou je gedood worden (waarvan meerdere voorbeelden zijn in de familie). Bij de laatste familiebijeenkomst waarin gezegd werd dat het weer tijd werd om naar de betreffende afgod te gaan, heeft Arnest echter heel duidelijk iedereen gewaarschuwd om er niet heen te gaan. Ook heeft hij bij naam genoemd dat ‘iedereen heel goed weet dat daar altijd iemand geofferd wordt’. De familie reageerde erg geschokt en verbaast dat hij dat durfde te zeggen, want het zou zijn dood betekenen. Als je het ‘geheim’ van de afgod openlijk benoemt zal de afgod je doden. Ze houden er echter geen rekening mee dat satan geen macht heeft over iemand die in Christus geborgen is. Arnest heeft één nichtje, waar hij vroeger jaren voor gezorgd heeft en zich christen noemt, nog specifiek gewaarschuwd om niet te gaan. Zij wuifde zijn waarschuwing weg en is toch gegaan. Maar laat het nu zo zijn dat uitgerekend haar eigen broer bij terugkomst ‘vermist’ werd.
Samen met een paar collega-evangelisten en –dominees en tevens familieleden gaat Arnest eens in de zoveel tijd een paar dagen evangeliseren in het dorp waar de afgoden van de familie staan. Arnest werd deze keer echter heel erg gewaarschuwd door zijn familie en als het kon hadden ze hem tegengehouden want volgens hen zou hij zeker dood neervallen op het moment dat hij een stap aan land zou zetten (het dorp is op een eiland). Op de dag van vertrek werd hij zelfs nog gebeld door een paar familieleden die hem wilden waarschuwen. Arnest lachte hun zorgen weg en vertelde hen dat hem niets zou overkomen. En dat was ook zo, samen met zijn broeders kon hij vrijelijk evangeliseren. De dorpelingen stonden open voor het Evangelie en er werden meerdere bijeenkomsten georganiseerd waarbij veel mensen het Goede Nieuws hoorden. De volgende ochtend kwam er een man in het huis waar de evangelisten verbleven, viel neer en overleed ter plaatse. Wat bleek; deze man, een oom van Arnest, is de priester van de afgod (zoals een dominee in de kerk), hij had zojuist geofferd aan de afgod en kwam op de terugweg langs het logeeradres van de evangelisten. Uiteraard hadden Arnest en zijn collega’s hier niet voor gebeden maar God liet op deze manier heel duidelijk Zijn majesteit zien. Niet Arnest overleed ter plaatse, zoals de familie had voorspeld, maar de man die de afgod het meeste diende, de priester van de afgod, overleed vlak na het offeren, in de aanwezigheid van Arnest. Een bijzonder indrukwekkende getuigenis naar de dorpelingen, familieleden en iedereen die erover gehoord had. Het heeft op meerdere mensen een blijvende indruk achtergelaten, we bidden; ook een indruk met eeuwigheidswaarde. De broeders moesten trouwens wel snel het eiland weer verlaten want door sommigen werden ze gezien als de moordenaars van deze priester.
** De Zoon van God (Jezus) is geopenbaard, opdat Hij de werken van de duivel (de mensenmoorder van de beginne) zou verbreken (1 Joh. 3:8b). **