Een dag uit het leven van

Corona in Gambia
Nog steeds is er in Gambia niets van corona te merken. In onze omgeving kennen we niemand die besmet is of symptomen heeft, we horen het ook niet via via. Misschien komt dat ook wel omdat er bijna niet getest wordt. Het dagelijks leven gaat hier zijn gewone gang. De markten zijn overvol, bustaxi’s zitten volgepropt, er worden feesten georganiseerd, kerken en moskeeën houden zoals altijd hun diensten.  Als ik naar een familiefeestje ga eet ik gezellig mee uit de schaal waar iedereen uit eet en drink ik ataya (lokale thee) uit het glaasje die vóór mij al minstens 15 familieleden gepasseerd is. Naast deze werkelijkheid is er ook berichtgeving vanuit de overheid met een hele andere realiteit lijkt het wel. Volgens de cijfers zouden de besmettingen in Gambia hard oplopen. Het lijkt erop dat de overheid, de president, dat zelf niet gelooft want hij is op dit moment bezig met de afronding van zijn politieke tour door Gambia. Op elke plek waar hij komt staan grote groepen aanhangers hem op te wachten. Het is wel bizar dat, nu zijn tour er bijna op zit en andere partijen er klaar voor zijn om het land in te gaan, er per 8 maart a.s. ineens een lockdown ingesteld wordt. Politiek machtsspelletje?

Ontmoeting na kerkdienst
Op zondag na de kerkdienst loop ik de kerk uit als een jongeman van een jaar of 20 mij met een hopeloze en dronken blik in zijn ogen aanklampt. Zijn broek hangt op half 11 en in zijn hand zie ik een aangebroken fles Jack Daniels. “Waar kom jij vandaan”, vraagt hij. “Uit Duitsland?” Vervolgens vertelt hij dat hij de week ervoor vanuit Duitsland naar Gambia gedeporteerd is. Ik hoorde eerder al in het nieuws dat Duitsland illegale Gambianen terug zou sturen naar Gambia. De naam van de jongeman is Lamin. Struikelend over zijn woorden vertelt hij dat zijn leven helemaal geen zin meer heeft en dat hij van plan is om zichzelf van het leven te beroven. Op hetzelfde moment tilt hij zijn t-shirt op waarop een groot glinsterend mes tevoorschijn komt. Hij laat ook een verse wond in zijn nek zien. Vanmorgen had hij al een poging gedaan maar toen kon iemand hem gelukkig nog tegenhouden. Samen met Arnest praat ik op hem in en leggen we hem uit dat zijn leven zeker nog wel zin heeft en dat het leven niet in Europa is maar in de Heere Jezus. Daarop zegt hij: “Ik geloof wel in Jezus Christus, maar niet in God, God heeft mij teleurgesteld”. Bijzonder omdat te horen uit de mond van een moslim. Toen we aanboden om samen met hem te bidden en de Heere Jezus om hulp te vragen ging hij daar gretig op in. We hebben hem uitgenodigd om zondag naar de kerk te komen.

Mansa – stove
In Gambia (en veel andere Afrikaanse landen) koken de vrouwen op een stoof met open vuur. Hiervoor gebruiken ze hout of houtskool. Deze manier gaat gepaard met veel rook wat vanzelfsprekend zeer slecht is voor de gezondheid (ogen, longen) van de vrouw die kookt en voor de kinderen die vaak ingewikkeld in een doek op de rug  van de vrouwen meehobbelen. Een Nederlands/Gambiaanse stichting heeft in samenwerking met studenten van de TU Delft en Gambiaanse vrouwen een nieuwe stoof ontwikkeld. Deze stoof, de Mansa-stove, is rookvrij, kookt veel sneller en gebruikt minder brandstof. Omdat mijn vriendin Mariëlle Heidekamp betrokken is bij dit project kregen wij als kerk de gelegenheid om er 50 te verkopen tegen een gereduceerd tarief, als een promotie. In no time werden de stoven besteld en volgende week donderdag 4 maart a.s. hopen we ze aan de kopers te kunnen geven, nadat ze eerst een demonstratie krijgen hoe het te gebruiken. We vinden het mooi om als gemeente zo betrokken te zijn bij fantastische ontwikkelingen in Gambia en Afrika. Mansa is vanuit Nederland ondertussen hard aan het werk om een professionele business-strategie te ontwikkelen, investeerders te zoeken en het productieproces te verbeteren zodat de business straks stevig kan staan in Gambia en andere delen van Afrika. Als je geïnteresseerd bent kun je op de website van Mansa meer lezen en filmpjes bekijken: www.mansa.eu
Als u het leuk vindt kunt u ook een stoof kopen voor een Gambiaanse familie. De kosten voor een stove zijn 62,50 euro. De Gambiaanse familie kan de stoof dan zelf in Gambia ophalen.

Project opvang verdrukte christenen
Na wat geduldsoefeningen kan ik nu meedelen dat we volgende week zullen starten met de bouw van het opvanghuis voor verdrukte christenen. De afspraken met degene die de bouw gaat leiden zijn rond en het geld is in Gambia voor de bouw van de eerste appartementen. De afgelopen drie jaar is er door de werkgroep hard gewerkt om financiële middelen in te zamelen om dit project te realiseren. Met name Jan den Hertog en zijn vrouw Carla hebben zich hard gemaakt voor het opvanghuis. Er zijn verkoopacties geweest op markten en beurzen, er zijn kaarten, cadeauartikelen, souvenirs en sieraden verkocht. Ook statiegeldacties, concerten en presentaties hebben bijgedragen aan de broodnodige inkomsten voor dit project. We zijn dankbaar dat we door al deze inzet nu kunnen starten met de bouw. Sinds corona zijn de inkomsten, begrijpelijk maar helaas, een flink stuk minder. Toch is het belangrijk dat we straks verder kunnen met ook de inrichting van de appartementen en het realiseren van nog meer appartementen. Dagelijks neemt de druk op verdrukte christenen toe en we krijgen steeds vaker verhalen te horen van schrijnende situaties.  Wilt u onze verdrukte medebroeders en –zuster ook (of júist) in corona-tijd niet vergeten. Uw gebed is hard nodig en mocht u het verlangen hebben om ook financieel te helpen dan kan dat via deze link.

‘Een dag uit het leven van’
Ik heb me voorgenomen om in mijn blogs ook regelmatig een ‘doorsnee dag’ op te nemen. In mijn blogs schrijf ik normaal over projecten die lopen of bijzondere gebeurtenissen maar ik denk dat het ook wel leuk / interessant kan zijn om te lezen wat er nou op een dag zoal gebeurt in / rond huize Jassey.
Vandaag is het vrijdag en staan we zoals elke dag om 6 uur op. We maken Yama wakker en terwijl zij zich door haar ochtendhumeur heen (tja, het valt niet me om als 14-jarige elke dag om 6 uur op te staan) klaarmaakt om gedoucht, aangekleed en wel aan tafel te kunnen zitten bespreken Arnest en ik nog even kort de morningdevotion (bijbelstudie) van die dag door. We zijn begonnen aan de Psalmen en vandaag is Psalm 4 aan de beurt. Samen met Yama lezen we omstebeurt een vers, kijken we naar de context en betekenis van de verzen waarna we gebedspunten vanuit de Psalm benoemen en met elkaar bidden. Ook brengen we onze zorgen en de zorgen van de mensen die ons lief zijn voor de Heere. Daarna moet Yama opschieten om op tijd op school te zijn, volle tas op de rug en op weg naar de bustaxi een paar straten verderop. Inmiddels is ook Emmanuel, die bij ons aan huis de 2e hands verkoop doet, aangekomen. Hij kijkt nog een beetje moe uit zijn ogen want hij komt net uit zijn werk. Hij werkt elke nacht als beveiliger op een groot terrein en komt uit het werk direct naar ons huis. Van zijn salaris dat hij als beveiliger verdient (3500 dalasi per maand, zo’n 60 euro) kan hij met zijn vrouw en baby’tje van een paar weken niet rondkomen. Bij ons verdient hij op deze manier wat extra. Als er geen klanten zijn heeft hij de tijd om een tukkie te doen tussen de stapels kleding.

Terwijl Arnest buiten de planten water geeft en de compound aanveegt, wat helaas elke dag opnieuw moet vanwege de mangobladeren, doe ik mijn dagelijkse stofzuig- en dweilrondje door het hele huis. In Gambia is het erg stoffig, aan het einde van de dag kun je op tafels en kasten schrijven als je begrijpt wat ik bedoel J. En zeker vandaag, in de tijd van de harmattan (wind vanuit de Sahara-woestijn) is het hard nodig. Alles zit onder een rode stoflaag.  Als alles in en rond het huis een beetje op orde is eten we ons ontbijt. Tijdens het ontbijt komt er een buurvrouw binnen, een arme jonge weduwe van een paar huizen verderop. We weten al waarvoor ze komt.. we geven haar 100 dalasi zodat ze op de markt wat rijst voor vandaag kan kopen en wat groenten. Na het ontbijt gaat Arnest op pad om cashpower te kopen (soort beltegoed maar dan voor elektriciteit) want dat is bijna op en om dozen op te halen die vanuit Nederland met de container naar Gambia verscheept zijn. Altijd weer een verrassing wat er in de dozen zit. Spullen om te verkopen maar vaak ook wat lekkers, koekjes, groenten in pot, zeep etc. We worden niet vergeten!
Ondertussen zet ik een was aan (zo blij met de wasmachine uit Nederland!) en ga ik verder met het selecteren van liederen voor het hymnbook van de kerk. Aansluitend bereid ik meteen de sessie van de kinderclub voor die we elke vrijdagmiddag hebben. Vandaag zal het gaan over de zondeval, hoe Eva verleid werd door de duivel en hoe Eva vervolgens Adam verleidde, hoe ze in zonde vielen en de consequenties daarvan tot op de dag van vandaag. Voor de kinderclub gebruiken we de mooie geïllustreerde boekjes van het GBS die de kinderen zelf kunnen inkleuren. Ook lezen we voor uit het boekje (die we ook van de GBS hebben gekregen) over Mary Jones, een meisje dat arm is maar heel graag een Bijbel wil hebben en er veel moeite voor doet om er eentje te kunnen kopen. Het GBS heeft ons inmiddels al honderden van deze Mary Jones boekjes gegeven en ze vinden gretig aftrek. Regelmatig krijgen we positieve reacties van zondagsschoolleiders, dominees en evangelisten. De boekjes zorgen ervoor dat kinderen begrijpen dat de Bijbel een kostbaar bezit is, dat de Bijbel ook voor kinderen is en dat het heel belangrijk is om te weten en te begrijpen wat erin staat. Prachtig om die reacties terug te krijgen. We hopen en bidden dat de vele Bijbels en boekjes die via ons verspreid worden tot zegen mogen zijn voor vele kinderen en volwassenen in Gambia en Senegal.

Als ik bijna klaar ben met de voorbereiding hoor ik een roep vanuit de woonkamer. Dominee Joshua is er, de dominee die de nieuwe tweede gemeente, in het binnenland van Gambia, leidt. Hij vertelt kort hoe de kerkdienst was afgelopen zondag en vraagt of er weer verder gebouwd kan worden aan het kerkgebouw. Helaas moet ik hem teleurstellen. Er zijn op dit moment niet voldoende financiële middelen om verder te gaan; een gebedspunt. Hij geeft mij het financiële administratie-boek (inkomsten van de collecten) zodat ik het kan bijwerken in het digitale bestand op mijn laptop. In Nederland nooit gedacht dat ik ooit de functie van een diaken zou vervullen. Maar ik doe hier wel meer dingen waarvan ik nooit gedacht had dat ik ze ooit zou doen dus zo bijzonder is dat eigenlijk niet J. Normaal gesproken blijft dominee Joshua altijd lang hangen maar omdat Arnest niet thuis is is hij snel weer weg. Ik rond mijn voorbereidingen voor de kinderclub af en begin met eten koken. Inmiddels zijn ook een paar gemeenteleden bij ons op bezoek gekomen, waaronder de vrouw en het dochtertje van Emmanuel, gewoon om even te buurten. Een gezellige boel, dus pak ik nog wat extra kip uit de vriezer en extra rijst uit de grote zak zodat we genoeg te eten hebben voor iedereen. Waar we de dag met z’n 3-en startten zitten we met de lunch met z’n 8-en aan tafel. Zo gaat dat bijna dagelijks. Ik zal eerlijk toegeven dat ik dat in het begin best ingewikkeld vond. Je weet nooit hoeveel mensen je kunt verwachten op een dag en hoeveel mensen er mee-eten. Trouwens, aan mensen vragen of ze blijven mee-eten is uit den boze. Ik dacht toen ik hier net woonde dat dat een hele aardige vraag van me was maar Arnest legde me uit dat dat juist een hele onbeleefde vraag is.. natuurlijk eten de mensen mee als ze er rond etenstijd zijn. Ach ja, ik geloof wel dat ze het me vergeven hebben. Inmiddels ben ik er helemaal aan gewend en kook ik sowieso standaard voor meer personen. Als er veel te veel eten is kan dat altijd nog in de koelkast of de vriezer.

Na de lunch komt Arnest thuis en samen ruimen we de keuken op want ik moet er snel vandoor voor de kinderclub. Emmanuel gaat ook mee nadat hij alle verkoopspullen heeft teruggezet in de garage. Emmanuel is ook één van de leiders van de kinderclub. Voordat ik ga trommel ik wat buurkinderen op (vriendjes en vriendinnetjes van Yama) die elke vrijdag met ons meegaan naar de kinderclub. Deze keer zie ik echter een bedrukt gezichtje van één van de meisjes als ik de compound oploop om ze op te halen. ‘Wat is er aan de hand’, vraag ik. ‘We mogen van onze ouders niet meer mee’ zegt ze. Dan legt ze me uit hoe één van de andere meisjes per ongeluk tegen haar moeder heeft gezegd dat de kinderclub in de kerk was. Deze vriendjes en vriendinnetjes zijn moslim en we hebben ze een hele tijd mee kunnen nemen onder het mom van een ‘gezellige kinderclub’. Maar nu heeft een meisje dus per ongeluk gezegd dat het in de kerk is. Haar moeder is dit vervolgens gaan vertellen tegen alle andere ouders. Vandaag gaan we helaas met een lege auto zonder buurkindjes naar de kinderclub. Als we bij de kerk aankomen staat Yama al te wachten, die gaat altijd meteen uit school naar de club. Ook andere kinderen uit de gemeente zijn er weer. Maar het is een stuk leger zonder alle buurtkinderen. We beginnen de les net als anders met gebed, zang/dans en herhaling van wat we vorige week geleerd hebben. Dan, als we bezig zijn, komt er ineens een groep schoolkinderen binnen, sommigen met hoofddoekjes op. Onderweg van school naar huis, aangetrokken door het vrolijke gezang en dans waarschijnlijk. We heten ze hartelijk welkom en wijzen ze een stoel aan. Sommige wat oudere kinderen blijven wat afwachtend staan en we horen ze fluisteren ‘maar dit is een kerk’, een ander zegt ‘dit is alleen voor christenen’. We leggen ze kort uit dat dit een kinderclub is voor alle kinderen en dat we er leren over God, of je nou een moslim bent of een christen, het is belangrijk om meer te leren over God, toch? Daar zijn ze het mee eens en nog steeds een beetje schuchter gaan ze zitten. Om ze meer thuis en vrij te laten voelen gaan we nog even door met liedjes zingen en ze doen naar hartenlust mee. Als we daarna het boekje erbij pakken en uitleggen hoe Adam en Eva als God wilden zijn en zich niet hielden aan het gebod van God om niet van de ene boom in het midden van het paradijs te eten luisteren de kinderen met volle aandacht. Ook de toepassing op ons dagelijks leven begrijpen ze heel goed. We merken wel dat er moslim-kinderen aanwezig zijn. Op de vraag wat het mooiste is wat God geschapen heeft zegt een meisje: de mens en de profeet Mohammed. Ja inderdaad, de mens is het pronkjuweel van Gods schepping en ook Mohammed is geschapen om God volmaakt te dienen. Na de interessante les bidden we samen met de kinderen en krijgen ze de tijd om hun boekje in te kleuren. Ondertussen draaien we christelijke kinderliedjes en snoepen we van ‘karakas’, vergelijkbaar met kroepoek. Voordat het donker wordt gaan we weer naar huis. De kinderen beloven om volgende week weer te komen. De teleurstelling van de buurkinderen die niet mee mochten is een klein beetje naar de achtergrond verdwenen; de Heer gaat door met Zijn werk. Uiteraard blijven we voor de buurkinderen en hun ouders bidden en hopen we dat ze binnenkort wel weer naar de kinderclub mogen komen.

Als ik thuis kom doe ik kort verslag aan Arnest en trek ik me terug om de laatste hand te leggen aan het huiswerk voor de bijbelschool morgenvroeg. Binnenkort staat er weer een examen gepland dus ik wil er even hard aan trekken. Ook werk ik nog even aan mijn ‘Old Testament survey’. Elke student van de bijbelschool moet een samenvatting maken van elk hoofdstuk van het Oude Testament. Dus van Genesis 1 t/m Maleachi 4. Een flinke klus dus daar kan ik maar beter alvast aan beginnen.

Na het avondeten (meestal tussen 20.00-21.00 uur) en de avondsluiting gaat iedereen naar bed, morgenvroeg gaat de wekker weer op tijd. Welterusten!