Nu het Nederlandse bezoek weer terug is in Nederland moet ik echt weer de tijd nemen om een blog te schrijven. In de afgelopen tijd zijn een lid van de werkgroep en een lid van het thuisfrontteam op bezoek geweest. Ook de directeur van stichting HVC is op werkbezoek geweest. Laatstgenoemde logeerde bij ons, tegelijkertijd met mijn vader die ook bij ons in huis was. Het bezoek heeft een goede indruk gekregen van ons leven hier, de cultuur, de temperatuur J en vooral ook wat er zich in Gambia afspeelt op het gebied van verdrukking onder christenen. We hoorden van de mensen zelf hun schrijnende verhalen, niet zelden met littekens als bewijs. Vol indrukken zijn de Nederlandse bezoekers weer naar huis gegaan. Met de missie om het verhaal van de vervolgde Kerk in Nederland te delen. Niet met als doel zielige verhalen te vertellen maar ter bemoediging en aanmoediging voor de christenen in Nederland. Bemoediging door te horen dat de Heere over de hele wereld écht werkt, zelfs door de verdrukking heen. Aanmoediging tot zelfonderzoek, gebed en meeleven.
Discriminatie?
Is jou dat ook wel eens gebeurd? Dat je ’s zondags in de kerk nog even een keer extra achterom kijkt als je een ‘zwarte’ ziet zitten en vervolgens naar je buurman/buurvrouw fluistert? Of dat je je niet helemaal comfortabel voelt als een donkere man naast je komt zitten in de trein, of waar dan ook? Natuurlijk probeer je dat gevoel te verdringen want je weet dit ook gewoon mensen zijn zoals jij en ik.. alleen met een andere kleurtje en wellicht een andere culturele achtergrond. Of heb je geen last van (stiekeme) veroordelende gedachten? Ik moet hier in Gambia geregeld aan denken. Als blanke val ik hier op. Maar dan positieve discriminatie. Waar ik ook kom, overal roepen kinderen met een big smile naar me: ‘toubab!’. Toubab betekent letterlijk: blank mens. Ik kan geen kindje passeren of ik krijg een uitgestoken hand aangeboden. Van vrouwen krijg ik ook meestal een stralende lach, zeker als ik in één van mijn Afrikaanse jurken loop. De mannen zijn soms iets té aardig, cultuurdingetje. Iedereen is vriendelijk tegen me. Ik krijg regelmatig de vraag of ik van m’n vakantie geniet, of dit mijn eerste keer in Gambia is en ik krijg allerhande hulp aangeboden. Al zit er achter elk hulpaanbod overigens altijd een hulpvraag, maar daar heb ik het nu liever niet over. Mocht je denken dat ik nog steeds de roze emigratiebril op heb; dat valt mee. Ook hier hebben de mensen vooroordelen over mij; dat ik in het geld zwem, kan doen wat ik wil, niet hoef te werken voor mijn geld, zomaar een telefoon of laptop op kan hoesten etc. Een tijdje geleden wilde ik teenslippers kopen. Ik kreeg ze voor 400 dalasi aangeboden (omgerekend ong. 8 euro). Na een kwartier stevig onderhandelen ben ik op een bedrag van 150 dalasi (3 euro) uitgekomen. Zo, wat was ik trots. Ik vertelde het die avond in de kerk tegen wat gemeenteleden in de kerk. Lachten ze me vierkant uit.. wat bleek.. de prijs van de slippers bleek 50 dalasi te zijn (ong. 1 euro).
Om ons in Gambia te verplaatsen gebruiken we lokale taxi’s en busjes. Voor een vast kort traject betaal je 8 dalasi maar als je gericht van de ene naar de andere plek wil betaal je al snel een paar honderd dalasi (wordt een ‘towntrip’ genoemd). Ik probeer daarom wanneer mogelijk een lokale taxi te regelen. Maar als ik alleen op pad ga valt dat nog niet mee. Ons huis staat midden in een dorpje. Als ik naar de hoofdweg gelopen ben moet ik een lokale taxi aanhouden om naar de kruising een stuk verderop gebracht te worden. Vrijwel iedereen die plek heeft stopt, want een blanke zal wel een towntrip willen, kassa voor ze. Ik geef altijd meteen aan dat ik geen toerist ben en geen towntrip wil maar de lokale prijs betaal. Chagrijnig door teleurgestelde hoop rijden ze regelmatig weg met hun lege taxi. Ze lopen liever de 8 dalasi mis dan dat ze mij helpen, de gierige toerist.. Misschien word ik toch wel een beetje gediscrimineerd 😉
Naar Ghana
Van 6 augustus t/m 10 augustus a.s. hopen Arnest en ik, samen met een jonge dominee van onze gemeente in Ghana te zijn. De reden is een 3-daagse conferentie, georganiseerd door het deputaatschap Bijbelverspreiding van de Gereformeerde Gemeenten. De conferentie zal gaan over de geestelijke wapenrusting uit Efeze 6. Eens in de 2 jaar organiseert het deputaatschap een conferentie voor dominees in Ghana. Mijn vriendin Mariëlle heeft het deputaatschap gevraagd of er ook dominees uit Gambia welkom zijn en er is voor ons een uitzondering gemaakt. Daar zijn we erg dankbaar voor! De conferentiekosten worden betaald door het deputaatschap en de reis wordt volledig vergoed door de diaconie van een Gereformeerde Gemeente, waar ik niet eens lid ben en die ons niet kennen. Bijzonder, heel blij mee!
Helaas ben ik deze keer degene die een visum nodig heeft voor de reis. Aanstaande maandagochtend heel vroeg gaan Arnest en ik op pad naar de hoofdstad van Senegal, Dakar, waar de Ghanese ambassade gevestigd is. Zo kom je nog eens ergens :-).
Wat trouwens ook nog bijzonder is om te melden; één van de gastpredikanten op de conferentie in Ghana is ds. Van Zetten. Van hem heb ik in 2011/2012 belijdeniscatechisatie gehad toen hij nog ouderling in onze gemeente in Veenendaal was. Nooit gedacht/verwacht dat ik hem ooit nog in Afrika zou ontmoeten.
