Al het nieuws in de wereld gaat over het corona-virus. Misschien bent u er al moe van. Het liefst zou ik het daar dan nu ook niet over hebben. Maar negeren kan niet; ook ons leven wordt erdoor beïnvloedt. Er wordt zoveel gesproken over preventie (nodig!), de gevolgen en hoe iedereen op de maatregelen reageert maar ik ben ook blij om te zien dat het overgrote deel van christelijk Nederland het over de kern heeft: het is een waarschuwing van de Heere, een oproep tot gebed en verootmoediging. Dit is de tijd om tot God te bidden, Hem om vergeving te vragen en al het verkeerde wat we doen achter ons te laten. Een tijdje geleden lazen we na het avondeten Mattheus 24, waarin de Heere Jezus uitlegt dat dit nog maar het begin is van alle moeilijkheden (vers 7 en 8). Voor christenen zijn de dingen die nu gebeuren in de wereld als het goed is geen verrassing.
Waar in Nederland de kerken het erover eens zijn dat het niet verstandig is om samen te komen, is dat in Gambia voor veel dominees erg lastig te accepteren. Op de what’s appgroep van de dominees was er een verhitte discussie. Er zijn dominees die vinden dat ze niet moeten toegeven aan de aanvallen van satan (zo zien zij de virusverspreiding) en dominees die geloven dat het goed is om de overheid te gehoorzamen; de overheid die God over ons gesteld heeft. De discussie stopte toen iemand de tekst van Jesaja 26:20 in de groep deelde. Toch worden er nog veel kerkdiensten gehouden. Tja, het is ook niet zo makkelijk als je afhankelijk bent van de opbrengst van de collecte :-).
Van verschillende mensen kreeg ik de bezorgde vraag of ik niet naar Nederland wil. Ik had daar zelf eerlijk gezegd nog niet over nagedacht. Ik weet me door de Heere geroepen in Gambia en wil niet teruggaan als de omstandigheden ineens minder gunstig lijken. Daarbij wil ik ook niet mijn man en dochter voor onbepaalde tijd achterlaten. En; overal zijn we afhankelijk van de Heere, onze tijd is in Gods hand.. onafhankelijk van waar we zijn. Uiteraard mis ik mijn Nederlandse familie, vrienden en kennissen in deze tijd nog wat meer. Mijn ouders zouden morgen naar Gambia komen maar dat gaat ook niet door.
Het dagelijks leven is hier, zoals overal ter wereld, veranderd. We geven onze dochter Yama thuisonderwijs, doen de meest noodzakelijke dingen voor de verschillende projecten, maar blijven voor de rest zoveel mogelijk binnen. De verkoop van tweedehands spullen, een bron van inkomsten voor ons, ligt ook stil. Voor mij is het niet meer zo gezellig om op straat te zijn. Waar je hier als blanke tot voorkort gezien werd als vriendelijke weldoener word je nu argwanend aangekeken en krijg je door kinderen op een jouwende manier ‘corona, corona’ toegeroepen. Veel Gambianen zien de blanken als overbrengers van het virus. Echter, onze situatie is niet te vergelijken met de situatie voor de Gambianen. De meesten zijn voor hun dagelijks brood volledig afhankelijk van hun kleine business maar de overheid heeft iedereen verboden om te verkopen, behalve de shops met eerste levensbehoeften. Een groot probleem want de overheid compenseert niets. Vanwege de economische situatie heeft de doorsnee Gambiaan geen reserves. In onze kerkelijke gemeente is het op dit moment echt een probleem, op twee leden na is iedereen werkloos. We gaan kijken hoe we als kerk de gemeente zo goed en kwaad als het gaat kunnen helpen met eten. De eerste toezeggingen voor hulp vanuit Nederland hebben we al ontvangen.
Update projecten
Ondanks alles gaan de projecten (nog) door. Daar zijn we erg dankbaar voor. Van de laatste Nederlandse bezoekers hebben we enkele giften mogen ontvangen voor de kerk en voor de school. Dit heeft ervoor gezorgd dat er op dit moment nog mensen bezig zijn met het maken van de stenen voor zowel het kerkgebouw in Galowya als voor de school in Serekunda. De kerk en de school (de school valt onder verantwoordelijkheid van de kerk) worden grotendeels bekostigd door incidentele giften van Nederlandse bezoekers. Maar nu er geen toeristen meer in Gambia zijn die onze kerkdiensten bezoeken, komt dat helaas ook stil te staan.
Wat betreft het proces rondom de aankoop van het stuk land voor het safehouse; dat is er eentje van de lange adem. In mijn laatste blog op onze website www.familiejassey.nl hebben jullie gelezen hoe bijzonder dat stuk land op ons pad gekomen is. De laatste maanden zijn we steeds bezig geweest met het bellen en bezoeken van de Area Council (vergelijkbaar met de Nederlandse Kamer van Koophandel). Op de één of andere wijze was het erg lastig voor ze om ons de benodigde papieren te geven. Maar.. inmiddels hebben we ze en het contract is ook getekend. Dat contract had ook nog wel wat voeten in de aarde. De 9 broers en zussen van de verkoper moesten meetekenen als bevestiging dat het land geen familie-eigendom is. Het gebeurt hier in Gambia namelijk nog wel eens dat een broer of zus ineens zegt dat hij/zij recht heeft op een stuk familiegrond wat al eerder verkocht is. Om dat te voorkomen moesten alle broers en zussen meetekenen. In ons geval 9 dus. En dat gaat niet zo makkelijk als in Nederland: scannen, mailen, tekenen, scannen en terugsturen. Nee, hier moesten we deze broers en zussen één voor één langs. En laat ze nou net in alle uithoeken van Gambia wonen.. Scheelt dat Gambia niet zo groot is..
Islamitische begrafenis
Twee weken geleden is een zwager van Arnest overleden. Hij was rooms katholiek maar deed er niets meer aan. Omdat hij geen lid meer was van een kerk werd hij door zijn islamitische familie begraven. Nog dezelfde dag; dat is een islamitisch gebruik. We werden geïnformeerd toen het grootste deel van de familie al onderweg was naar het huis van de overledene, vlakbij de begraafplaats. Wij zijn ook meteen in de auto gesprongen. Omdat dit mijn eerste begrafenis in Gambia is vroeg ik aan Arnest of er kledingvoorschriften zijn. Nee. Toen we bij het huis van de overleden zwager aankwamen zaten er zo’n 60/70 mensen op een kluitje in de compound, de regels van de overheid niet in acht nemend. Wij bleven bij de auto wachten. Na lang wachten werd de gang naar de begraafplaats gemaakt. Nou ja ‘gang’.. niet zo ordelijk en eerbiedig zoals we dat in Nederland gewend zijn. De mannen liepen op hun eigen tijd en gelegenheid naar de begraafplaats. Sommigen met de broekspijpen nog omhoog voor het delven van het graf. De pick-up met de kist haalde hen later in. In de islam zijn alleen mannen welkom bij een begrafenis. Toen ik alleen de mannen zag gaan vroeg ik aan Arnest of ik wel kon gaan. Arnest verzekerde me dat het kon omdat het een christelijke begraafplaats is. Toch voelde ik me bezwaard, ik was de enige vrouw. Zelfs de beide vrouwen en de dochters van de overleden man waren niet bij de begrafenis. Die bleven samen met de andere vrouwen achter bij het huis. Toen we bij de begraafplaats aankwamen was men al bezig het lichaam ter aarde te bestellen. Daarna werd er, hoe vreselijk, een jerrycan met alcohol in het graf gegoten terwijl men ondertussen tegen de overledene zei aan wie hij allemaal de groeten moet doen. Meteen daarna werd het graf met zand dichtgeschept. Ik heb al veel meegemaakt in Gambia maar ik denk dat deze begrafenis tot dusver wel mijn grootste cultuurschok was.
Afgelopen vrijdag, op Goede Vrijdag, is er uit hetzelfde gezin nog iemand overleden. Vanwege de online preek die Arnest moest houden konden we niet naar de begrafenis. Dat vond ik niet zo erg.
Ontmoeting met een chrismus
Onlangs had ik op straat een bijzonder gesprek met een man, een moslim. Het kwam op het verschil tussen de islam en het christendom. Ik vertelde dat Arnest evangelist is en dat we de preken nu online versturen. ‘Bid ook voor mij’ zei hij. Ik vroeg of hij gelooft dat het christelijk gebed kracht heeft. ‘Ja, natuurlijk’ zei hij. ‘Wat kan ik voor je bidden’ vroeg ik. ‘Nou, dat ik in de hemel kom’. ‘Verloochen je de islam niet als je deze vraag aan mij stelt’ vroeg ik hem om hem wat te prikkelen. ‘Maar de misdadiger aan het kruis vroeg toch ook aan Jezus om hem te gedenken in de hemel’. We hadden een mooi gesprek. Waar je normaal gesproken wat indirect moet zijn naar mensen in de Afrikaanse cultuur kon ik met deze man zonder omwegen tot de kern komen. Hij noemt zichzelf een chrismus. Zijn moeder was christen en zijn vader moslim ‘dus ik ben een chrismus’. Ik kon hem uitleggen dat er maar één Weg is naar de hemel en dat wie je volgt in dit leven, bepaalt waar je eeuwige eindbestemming zal zijn. Met de belofte dat we voor hem zullen bidden dat hij dé Weg mag vinden hebben we afscheid genomen.
Tenslotte willen we jullie in Nederland allemaal veel Zegen, sterkte, wijsheid en gezondheid wensen in deze bizarre omstandigheden. Dat we met elkaar op de enige Rots van behoud mogen gaan of blijven zien. We houden onszelf op de hoogte van het nieuws in Nederland en weet dat we dagelijks voor jullie bidden. Nu, met pasen, willen we graag heenwijzen naar Johannes 11 vers 25 en 26: “Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij (Jezus Christus) gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven. En iedereen die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid. Gelooft u dat?” Ik hoop dat uw antwoord hetzelfde mag zijn als het antwoord van Martha in vers 27.